Sevilla is een eeuwenoude stad met een indrukwekkend historisch en cultureel erfgoed. In sommige gevallen gaat dit erfgoed terug tot wel 800 jaar geleden. Toch zijn er de afgelopen jaren enkele moderne constructies verrezen die de stad een moderner aanzien hebben gegeven. In een traditionele stad als Sevilla is dat natuurlijk vloeken in de (katholieke) kerk, zeker omdat commerciële doeleinden aan de initiatieven ten grondslag hebben gelegen. Maar ach, alles went. Voor de liefhebbers van moderne architectuur heeft Sevilla dan ook genoeg moois te bieden.
Las Setas de Sevilla (2011)

Op het eerder verwaarloosde Plaza de Encarnación verscheen tussen 2005 en 2011 deze bijzondere, wafelachtige constructie en is daarmee het nieuwste monument in de historische binnenstad van Sevilla. Als inspiratiebron voor het futuristische ontwerp dienden de gewelven van de kathedraal en de reusachtige ficussen die op verscheidene plekken in de stad te vinden zijn.
De Sevillanen zagen er echter paddenstoelen (setas) in. Puristen verguizen de paddenstoelen en zijn volgens hen een aanslag op het het architectonisch en historisch erfgoed van de stad. Liefhebbers van nieuwbouw denken dat de paddenstoelen Sevilla de broodnodige moderne uistraling opleveren. Ze zijn ¨democratisch, open en stedelijk¨, in de woorden van de Duitse architect Jürgen Mayer, die de Setas (voorheen Metropol Parasol) ontworpen heeft.
De Setas de Sevilla zijn een gelaagde constructie. Als je belangstelling hebt in geschiedenis en archeologische opgravingen kun je je vergapen aan de ruïnes van het Romeinse en islamitische Sevilla in de kelders van het complex. Op de begane grond bevinden zich een versmarkt, cocktailbarretjes en danszaal Koko. De 250 meter lange wandelpromenade bovenop de houten constructie is zonder enige twijfel het meest spectaculair. Vanaf een kleine dertig meter hoogte kun je genieten van een magnifiek uitzicht over de stad, zeker op heldere dagen, of je kunt ´s avonds de lichtshow bekijken.
Plaza de la Encarnación s/n, open dagelijks van 9.30-0.30. Kosten voor een ticket zijn € 15,- en via de officiële website te bestellen.
Torre Sevilla (2015)
De Torre Sevilla is zonder enige twijfel de meest omstreden nieuwe aanwinst van de stad. Dat het gaat om een privaat vastgoedproject van de Catalaanse bank La Caixa zal niet hebben bijgedragen aan zijn populariteit. Sevillanen hebben immers een bloedhekel aan de in hun ogen nogal zakelijke en arrogante Catalanen. En dat de wolkenkrabber in de vorm van lippenstift ook nog de spits van de Giralda in meters overtreft is al helemaal een doorn in het oog van alle Sevillanen. Ook bij de katholieke Spanjaarden wint de koopman het tegenwoordig dus van de dominee. De aandeelhouders van de Catalaanse bank lachen ondertussen in hun vuistje.
Wij zitten nu in Sevilla met een lippenstift van 180 meter hoog die het icoon van de stad, de Giralda, volledig overschaduwt. Maar niet getreurd: je kunt nu wel genieten vanaf het hoogste dakterras van Andalusië van het uitzicht over de stad en de omgeving, terwijl je in de cocktailbar nog eens aan je mojito nipt.
Terraza – Mirador Atalaya Torre Sevilla s/n, open in nov-mrt: zo-do 11.00-19.00 en vrij-za 11.00-1.00; in apr-okt: zo-do 12.00-21.00 en do-za 12.00-1.00. Je gaat met de lift naar boven voor € 8,-. Kaartjes koop je ter plekke bij de balie. De ingang voor het dakterras zit bij het winkelcentrum aan de voet van de toren.

Puente del Alamillo (1992)
De wereldberoemde, maar omstreden Spaanse architect en ingenieur Santiago Calatrava (1951) heeft ook in Sevilla zijn sporen nagelaten. De Puente del Alamillo is een 250 meter lange kabelbrug en moest het paradepaartje worden van de 31e universele wereldtentoonstelling die in 1992 in Sevilla werd georganiseerd. De kop van de stalen pyloon, waaraan de kabels zijn bevestigd, doet de Sevillanen denken aan een witte, huilende wolf (el lobo blanco).
Calatrava heeft een bedenkelijke reputatie. Aan zijn werken hangt vaak een veel te hoog prijskaartje, zowel voor de bouw als het onderhoud, en niet zelden gaan zijn ontwerpen gepaard met structurele en functionele gebreken. De Alamillobrug werd begroot op 18 miljoen euro, maar uiteindelijk betaalden de Sevillanen er 48 (!) miljoen euro voor.
Ook in Nederland (gemeente Haarlemmermeer) staan drie Calatrava bruggen al enige jaren weg te roesten. Deze ¨Spaanse allure in de polder¨ leverde nogal wat hoofdbrekens op voor de verantwoordelijke wethouder, die 50 miljoen euro heeft moeten betalen voor herstel en onderhoudskosten. In Sevilla besloten ze overigens pas in 2019, bijna dertig jaar na de oplevering, tot een eerste volledige revisie van de Alamillobrug. We hopen dan ook maar dat ie keurig blijft hangen.
